Psalmen 114
1Toen Israël wegtrok uit Egypte,
het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet,
2werd Juda zijn heiligdom,
Israël zijn koninkrijk.
3De zee zag en vluchtte,
de Jordaan trok zich terug,
4de bergen schrokken op als rammen,
als lammeren sprongen de heuvels op.
5Waarvoor, zee, neem je de vlucht,
Jordaan, trek jij je terug?
6Waarvoor, bergen, schrikken jullie op als rammen,
springen jullie, heuvels, als lammeren op?
7‘Voor het aanschijn van de Heer, – beef, aarde! –
voor het aanschijn van de God van Jakob.
8Hij verandert de rots in een bron,
hard gesteente in een stroom van water.’
© 2004/2007 NBG | de NBV is vernieuwd. Bekijk de
NBV21