Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
18 januari 2020Peter-Ben Smit

Wie ben ik?

Wat hier boven staat is de titel van een bekend tv-spelletje. Maar ook een vraag die meer dan eens op je af kan komen. Een vraag die mooie antwoorden oplevert, maar ook ongemak en onzekerheid kan oproepen. Wat betekent het dan, als Paulus in Galaten 2:20 zegt: ‘ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij’? Kan iemand anders – Christus – mij dan ‘overnemen’? En wie ben ik dan nog?

Teksten zoals dit citaat uit Galaten 2 vormen een belangrijke achtergrond van de Oecumenelezing op 17 januari 2020. Tijdens die lezing gaat het om twee vragen. Als eerste: hoe zit het met de verhouding tussen christen-zijn en Nederlander-zijn? En verder: hoe verhoudt onze ‘genderidentiteit’ zich tot onze christelijke identiteit? Deze blog gaat over de kritische vraag: dat zijn mooie woorden en gedachten, maar wat zeggen de Bijbelse bronnen hier eigenlijk over?

Een nieuwe identiteit als geschenk

Galaten 2:20 benoemt de spanning tussen twee manieren van leven. Wat Paulus daar schrijft, roept allereerst de vraag op wat dat voor hem betekende, en als tweede de vraag of dit ook licht kan werpen op ‘in Christus’ en/of ‘in Nederland’ zijn.
Waarom zegt Paulus wat hij daar zegt? Iemand reageerde op deze Bijbeltekst met ‘Wat kan hij daarmee bedoeld hebben? Het lijkt schizofreen of godsdienstwaanzinnig…’  Wat bedoel je als je zegt dat je niet meer zelf leeft, maar dat er een god in je leeft? Als je de rest van Paulus’ tekst leest, zie je dat dit vooral heel praktische en heel spirituele gevolgen voor hem heeft. Zo zegt hij:

16 Aangezien wij weten dat de mens niet gerechtvaardigd wordt door de werken van de wet, maar alleen door het geloof in Jezus Christus, zijn ook wij in Christus Jezus gaan geloven, om gerechtvaardigd te worden door het geloof in Christus en niet door de werken van de wet, want door de werken van de wet zal geen mens gerechtvaardigd worden. 

De kern van deze mooie lange zin is dit: Paulus geeft aan dat hij een nieuwe omgang met de Joodse wet gevonden heeft. Hij kijkt nu anders aan tegen de Joodse identiteit, waarin hij opgegroeid is en waarvoor hij zich zo heeft ingezet. Waarom? Hij heeft ontdekt dat via Christus iedereen, met of zonder die identiteit, recht voor God kan staan. Voor Paulus betekent dit dat hij tot de kern van zijn eigen, Joodse traditie is doorgedrongen: die heeft Christus immers voortgebracht. Christus laat zien wat de eigenlijke betekenis van die traditie is. Waarom? Omdat Christus’ trouw aan God, Christus’ geloof, door iedereen gedeeld kan worden. Namelijk: door in Christus te geloven, je aan hem toe te vertrouwen en zo hetzelfde behandeld te worden door God als Christus die aan het kruis stierf: je krijgt nieuw leven. Het is een vernieuwd leven dat op aarde al ervaarbaar is en de belofte in zich draagt dat het sterker zal zijn dan de dood.

Praktisch 

Waarom is dit voor Paulus nu ook iets heel praktisch? Dit heeft er alles mee te maken dat zijn nieuwe identiteit, zijn leven in Christus een geschenk is. Dat is wat hij bedoelt met ‘Christus in mij’: zijn leven is als het ware overgenomen door iemand die groter en grootser is dan hijzelf. Alles wat hij nog hoeft te doen, is te kijken hoe hij daar goed gestalte aan kan geven. Hij hoeft zijn leven niet meer zelf te regelen door de wet te vervullen om zo recht voor God te kunnen staan. Nee, het is omgekeerd: door Christus wordt hij recht voor God gezet en kan hij zijn leven gaan leven. Dat is volgens veel exegeten ook heel goed Joods, trouwens: het volk Israël kreeg het verbond met God en de wet was de manier om dat ‘uit te leven’. Die wet was nooit bedoeld als een manier om je ‘heil te verdienen’ voor God. Dit even tussendoor om de gedachte ‘de christelijke Paulus bevrijdt zich van een Joodse dwangbuis’ te vermijden; die gedachte is historisch fout en richtte in de geschiedenis veel ellende aan. Paulus is geenszins anti-Joods, maar zoekt, net zoals alle Joden van zijn tijd, naar de betekenis van de Joodse traditie in en nieuwe, uitdagende situatie.

Ruimte

Wat is die uitdagende situatie voor Paulus – en wat schiet hij ermee op dat hij voor zijn leven en levensvreugde nu terecht is gekomen bij leven dat hij krijgt in plaats van leven dat hij zich verwerft? Bij een wisseling van wat hij schetst als een verdienmodel naar een geschenkmodel? De belangrijkste winst lijkt me dat Paulus ruimte vindt. Ruimte in een uitdagende situatie: Joden en niet-Joden komen samen in één gemeenschap omdat ze via Christus allemaal de weg naar God gevonden hebben. Wat doe je dan met allerlei verschillende vormen van identiteit? Omdat het Paulus’ ervaring en overtuiging is dat je via al die identiteitsgebonden gedragsregels je heil niet bereikt (omdat je het al gekregen hebt als geschenk), kan hij op zoek gaan naar manieren van samenleven die zowel voor Joden als niet-Joden goed uitpakken. Zo neemt hij al snel afstand van sommige spijswetten en in Galaten, ook van jongensbesnijdenis. 

Nederlander zijn

Leven in de ruimte die je krijgt – doordat je je leven van Christus ontvangt – helpt om afstand te winnen van dingen die heel belangrijk lijken voor je welzijn, je heil zelfs, maar het bij nader inzien toch niet zijn (zoals destijds spijswetten of Romeins burgerschap). Die ruimte pakken is ook nu een uitdaging voor ieder die ‘in Nederland’ is en ook ‘in Christus’ wil zijn: je krijgt je leven cadeau, de vraag is hoe je het vormgeeft. Omdat je je leven krijgt en niet zelf hoeft te regelen, heb je de vrijheid om te zien welke delen van de Nederlandse cultuur je blijft omarmen en welke niet. Sterker nog, je krijgt zelfs de vrijheid om je af te vragen of de vorm van Christendom zoals die met Nederlandse identiteit verweven is wel zo wezenlijk is. Die vrijheid betekent ook dat de vorm en toekomst van het christelijke bestaan in Nederland open zijn, juist omdat je leven in Christus krijgt en het alleen nog maar uit hoeft te leven. 

Peter-Ben Smit
Hoogleraar contextuele Bijbelinterpretatie aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit, hoogleraar systematische theologie en oecumene aan de Theologische Faculteit van de Universiteit Bern en bijzonder hoogleraar vanwege het Oud-Katholiek Seminarie aan de Universiteit Utrecht. Hij redigeerde in 2018 een boek over de Oud-Katholieke Kerk: ‘De Oud-Katholieke Kerk van Nederland. Een inleiding’. Zoetermeer: Boekencentrum, 2018.

In Christus – en in Nederland is de titel van de oecumenelezing 2020 die Mirella Klomp, Enis Odaci en Peter-Ben Smit verzorgen deze lezing op 17 januari 2020. Voor meer informatie zie https://www.raadvankerken.nl/activiteit/387/oecumenelezing_2020

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons