Kun jij dit?

Kies twee mensen uit die veel van je houden. Bijvoorbeeld je oma, een oom, een vriendin of de juf. Vertel ze niet dat je wat gaat uitproberen. Zeg tegen de eerste persoon: ‘Ik kan ook helemaal niets, en ik ben heel lelijk.’ Probeer het zo echt mogelijk te laten klinken, alsof je een echte acteur of actrice bent.

Hoe reageert de persoon op wat je zegt? Word je daar blij of verdrietig van?

Tegen de tweede persoon zeg je op een ander moment: ‘Ik kan alles, ik ben zo goed, er is niemand die alles zo goed kan als ik.’ Probeer dat ook zo echt mogelijk te laten klinken.