Wie was Abraham in de Bijbel?

Abraham is een van de stamvaders van het volk van Israël. God geeft hem de opdracht om zijn familie te verlaten en naar het land Kanaän te gaan. Daar krijgt hij op hoge leeftijd een zoon: Isaak
Waar staat het verhaal van Abraham in de Bijbel?
Het verhaal van Abraham begint in Genesis 11:27
Wat betekent de naam Abraham?
Abraham heet eerst ‘Abram’. Dat betekent: de (goddelijke) vader is verheven. Later krijgt hij van God de naam ‘Abraham’ (Genesis 17:5
De familie van Abram vertrekt vanuit Ur, een stad van de Chaldeeën, naar het land Kanaän. Een deel van de familie blijft achter in Charan. Alleen Abram reist met zijn vrouw Sarai
God belooft een zoon
Abram en Sarai hebben geen kinderen. Toch belooft
Omdat Sara lange tijd onvruchtbaar is, geeft zij haar slavin Hagar
Volgens Genesis 25:1-2
Isaak als offer
Isaak is de zoon die God aan Abraham beloofd heeft. Toch geeft God Abraham de opdracht om Isaak te offeren. Abraham besluit deze onbegrijpelijke opdracht uit te voeren, maar vlak voordat hij Isaak neersteekt hoort hij een stem vanuit de hemel die zegt: ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt’ (Genesis 22:12
Vader van alle gelovigen
In het Nieuwe Testament wordt Abraham neergezet als voorbeeld voor alle gelovigen. Paulus ziet in hem een voorbeeldfiguur vanwege zijn godsvertrouwen (Romeinen 4:1-25
Abraham gezien?
In het Nederlands hoor je bij een vijftigste verjaardag soms de uitdrukking: ‘Hij heeft Abraham gezien.’ Deze uitdrukking komt uit Johannes 8:56-57