tekstkritisch probleem: Marcus 1:2
NBV | HSV |
1 Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. |
1 Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. |
Wat is er aan de hand?
In de oudste handschriften van Marcus staat dat de profeet Jesaja de woorden heeft gesproken die in Marcus 1:2-3
Correctie of foutje?
Overschrijvers zagen in dat ‘bij de profeet Jesaja’ niet helemaal klopt. En dus verbeterden zij de tekst van Marcus op dit punt. Door ‘profeet Jesaja’ te veranderen in ‘profeten’ was het probleem opgelost. Toch kunnen we, als we alle handschriften bekijken, zien dat er in de oudste tekst waarschijnlijk ‘de profeet Jesaja’ stond.
In de moderne teksteditie van het Griekse Nieuwe Testament, die van Nestle-Aland
Bij het vaststellen van de beste Griekse tekst geldt deze vuistregel: als een bepaalde lezing moeilijker te verklaren is dan de varianten, is die lezing waarschijnlijk oorspronkelijker. Dat geldt hier ook. Het is logischer dat er eerst ‘Jesaja’ stond en dat overschrijvers een ‘foutje’ van Marcus wilden herstellen dan dat er eerst ‘profeten’ stond en dat dit later opzettelijk is veranderd in ‘profeet Jesaja’.
Wat is het belang?
De Textus Receptus
Bovendien is het de vraag of het zinvol is om de verwijzing naar Jesaja een foutje te noemen. Het citaat dat volgt komt grotendeels uit Jesaja. Dat het wordt aangevuld met elementen uit andere profetenboeken doet daar geen afbreuk aan. Voor de schrijvers van het Nieuwe Testament spraken de profeten met één mond.
Haal het meeste uit debijbel.nl
Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot: Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.