Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De mammon in de Bijbel

‘Mammon’ is in de Bijbel een aanduiding voor geld of rijkdom, wat voor mensen tot een afgod kan worden.

Wat betekent mammon?

Mammon komt waarschijnlijk van het Aramese woord mammona (of van het Hebreeuwse mammōn)  dat ‘geld,’ ‘eigendom,’ ‘winst’ of ‘rijkdom’ betekent. Oorspronkelijk had het woord een neutrale betekenis, maar in latere Joodse bronnen krijgt het een steeds negatievere lading.

Mammon in de Bijbel

Het woord ‘mammon’ komt in de Bijbel vier keer voor, steeds in de woorden van Jezus:

  • In Matteüs 6:24 en Lucas 16:13 lijkt Jezus mammon te zien als een kwade kracht waar je slaaf van kunt worden, of zelfs als een god die je kunt dienen: ‘Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.’
  • In Lucas 16:9-11 gaat het over de valse mammon. De mammon wordt ‘vals’ genoemd, omdat bezit en geld vaak op een onrechtvaardige manier verkregen worden. Maar Jezus moedigt zijn leerlingen aan om geld juist te gebruiken om anderen lief te hebben, en op die manier God te dienen.

Mammon in latere christelijke literatuur

In latere christelijke teksten wordt mammon soms afgeschilderd als een demon. Die personificatie van ‘rijkdom’ is waarschijnlijk gebaseerd op Lucas 16:13. Daar wordt mammon namelijk tegenover God geplaatst en ‘heer’ genoemd.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons