Liefde in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament laat God zijn liefde voor de mensen in de eerste plaats zien in het offer van zijn Zoon. Uit het geloof in Christus vloeit voort dat mensen ook elkaar moeten liefhebben.
Terminologie
Het belangrijkste woord voor ‘liefde’ in het Nieuwe Testament is agapè. Dat staat voor onbaatzuchtige liefde, waarin het passionele, seksuele aspect ontbreekt.
Liefde in de synoptische evangeliën
In Marcus 12:30-31
Liefde in het evangelie volgens Johannes
Vaker dan in de synoptische evangeliën
‘Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Als antwoord op de liefde van God moeten mensen ook elkaar liefhebben: ‘Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Johannes 13:34-35
Ook de liefde tussen de Vader en de Zoon wordt belicht in het Johannes-evangelie (onder andere in Johannes 14:31
Liefde volgens Paulus
Liefde vormt een centraal onderdeel in de leer van Paulus. God heeft zijn liefde aan de mensen geopenbaard doordat Christus voor onze zonden
De waardigheid en grootsheid van de liefde komen op een indrukwekkende manier tot uiting in het loflied op de liefde in 1 Korintiërs 13
Liefde in de brieven van Johannes
In de drie brieven van Johannes komt de liefde verhoudingsgewijs het meest aan bod. Liefde vormt daarin het uitgangspunt van het geloof: God is liefde. Hij heeft zijn liefde aan de mensen laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Door zijn Zoon worden onze zonden vergeven. Omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij als gelovigen van elkaar houden (onder andere 1 Johannes 4:8-11