Context en aantekeningen bij Lucas 6:17-26
Hier vind je informatie over de context van Lucas 6:17-26 en aantekeningen bij de tekst.
Het Evangelie volgens Lucas als geheel
Meer over de opbouw, stijl, centrale thema's en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Lucas vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Lucas
Jezus’ geboorte en kinderjaren | |
Jezus’ optreden in het Judese land | |
Jezus’ reis naar Jeruzalem | |
Jezus in Jeruzalem |
Lucas schreef volgens veel uitleggers tegen het einde van de eerste eeuw, in de periode dat de verwoesting van Jeruzalem nog nadreunde en tot grote spanningen leidde in en rond Joodse gemeenschappen. Hij wil met Lucas-Handelingen uitleggen dat Jezus Christus de vervulling is van Gods belofte aan Israël, maar ook hoe het komt dat de meeste Joden Hem niet hebben aanvaard en het evangelie juist veel niet-Joodse aanhangers in de hele wereld heeft gekregen. Lucas’ werkwijze is dat hij zijn verhaal vormgeeft rond hem bekende overleveringen, maar daar een eigen ordening aan geeft. Het doel is om de boodschap van het evangelie te versterken (zie Luc. 1:1-4).
Voor een beschouwing over het Evangelie volgens Lucas als geheel, zie dit artikel van Arco den Heijer, ‘Het Evangelie volgens Lucas in het Jubeljaar van de Hoop’
Plek van deze passage in het geheel
In het Evangelie volgens Lucas is tot nu toe wel verteld wie Jezus is en wat zijn opdracht is, maar nog niet uitgebreid over wat Jezus onderwees. In de zogeheten ‘vlakterede’ ontvouwt Jezus zijn onderricht.
De dag van de vlakterede begint al eerder dan het begin van onze passage. In de nacht gaat Jezus de berg op om te bidden. Daarna vindt het uitkiezen van de twaalf apostelen plaats (Luc. 6:12-16). Dan daalt Jezus met hen van de berg af naar een plaats waar het vlak was.
Lucas 6:20-27 is het eerste deel van de vlakterede. Voor een overzicht van deze redevoering, zie het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd. Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’
Eigen accenten Lucas, in vergelijking met Matteüs en Marcus
Lucas brengt in 6:17-26 verschillende overleveringen samen.
- Lucas plaatst het bericht over Jezus’ grote bereik en de genezingen van Marcus 3:7-12 ná het uitkiezen van de twaalf apostelen. Andersom staat in Marcus de aanstelling van de twaalf (Marc. 3:13-19) na het genezingsbericht (Marc. 3:7-12). Op deze manier wordt het grote bereik van Jezus precies voor zijn eerste grote redevoering genoemd.
- Matteüs vertelt dat Jezus’ eerste grote redevoering op een berg plaatsvond (vandaar de ‘bergrede’), en creëert zo een parallel tussen Jezus en Mozes. Bij Lucas is Jezus eerder alleen op de berg en daalt Hij juist af om de redevoering te houden. Wellicht heeft de keuze voor de vlakke plek te maken met de grote menigte die Lucas een plek moest geven.
placeholder
- Terwijl Matteüs acht plus één zaligsprekingen heeft, heeft Lucas er drie plus één met corresponderende wee-uitspraken. Ze staan bij Matteüs in de derde persoon (‘gelukkig wie’) en bij Lucas in de tweede persoon (‘gelukkig jullie’).
placeholder
- De zaligsprekingen bij Matteüs gaan over morele houdingen en gedrag (bijvoorbeeld ‘nederig van hart’, ‘vredestichters’) terwijl de zaligsprekingen die Lucas heeft, over de situatie van de leerlingen gaan.
Aantekeningen
Bij vers 17
Onderricht aan de leerlingen
- op een plaats waar het vlak was: In tegenstelling tot de bergrede van Matteüs (Matteüs 5-7
) situeert Lucas de programmatische redevoering van Jezus op een vlakke plaats (de ‘vlakterede’). De redevoering begint met vier paradoxale gelukwensen of ‘zaligsprekingen’ en vier even paradoxale wee-spreuken. Vervolgens zet Jezus de grondslag van zijn ethische leer uiteen. De evangelist heeft daarbij ook de latere opbouw van de christelijke kerkgemeenschap op het oog. Een uitgebreidere beschrijving van de vlakterede en de context ervan is te vinden in het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd. Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’ .
placeholder
- groot aantal van zijn leerlingen (…) een menigte mensen uit heel Judea: De lijst van steden en gebieden in vs. 17 laat de uitbreiding van Jezus’ bekendheid zien. Terwijl Jezus de dag alleen begonnen was en daarna de twaalf had uitgekozen, komen zij na het afdalen van de berg niet alleen een grote groep leerlingen tegen, maar ook een grote groep Joden uit alle regio’s in de omtrek. Dit is een climax: juist als bij wijze van spreken heel Israël naar Hem toekomt, houdt Jezus zijn programmatische redevoering. Misschien verklaart de enorme menigte ook de keuze voor de vlakke plaats: er moest wel ruimte voor iedereen zijn.
placeholder
- Tyrus en Sidon: Twee Fenicische havens aan de Middellandse Zee, ten noordwesten van Israël.
Bij vers 19
- hele menigte (…) allen: Na het vorige vers onderstreept dit de indruk van overvloed of van grootsheid.
placeholder
- omdat er kracht van Hem uitging en Hij iedereen genas: Ook mogelijk is de vertaling ‘want er ging een kracht van Hem uit die allen genas’ (NBV). Omdat het Griekse werkwoord in het Nieuwe Testament altijd een persoonlijk onderwerp heeft, is in de NBV21 gekozen voor ‘Hij’.
Bij vers 20
- Voor een verdiepende duiding van de zaligsprekingen in de context van Lucas, zie het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd. Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’
.
placeholder
- Gelukkig: De Bijbel in Gewone Taal vertaalt: ‘Het echte geluk is voor …’. De zaligspreking is een veelgebruikte formule in het Oude Testament, met name in de Psalmen en de Spreuken (bijv. Ps. 1:1; 34:9; Spr. 3:13), die de toestand weergeeft van degene die God behaagt en die zijn zegen krijgt. Karakteristiek voor Jezus’ zaligsprekingen is het contrast tussen de huidige situatie en de beloning die wacht. Het echte geluk komt niet door de armoede op zichzelf, noch is het echte geluk de verdienste van de arme, maar God maakt dit geluk mogelijk door zijn trouw en bevrijdende handelen (zie Luc. 1:50-55, 72-75). Wie hun vertrouwen op Gods toekomst stellen, mogen gelukkig heten.
- arm: Bedelarm, zonder enig bezit. Jezus richt zich tot de leerlingen, waarvan sommigen alles achter zich hadden gelaten omwille van Jezus (Luc. 5:11, 28). De Joodse traditie beschouwt armen, hongerigen etc. als mensen die hemelse en aardse zorg verdienen (bijv. Deut. 15:11; Jes. 49:10; Jer. 31:25; Ezech. 34:29).
- voor jullie is het koninkrijk van God: Een reeds aanwezige werkelijkheid, waarvan de totale vervulling nog moet komen. Het koninkrijk van God verwerpt de onrechtvaardige hiërarchische en sociale maatstaven die de mens heeft ingesteld (Luc. 1:52-53). Jezus stelt de machtigen (Luc. 6:24) tegenover de zwakkeren (die over het algemeen arm zijn, in alle betekenissen van het woord).
Bij vers 21
- honger (…) huilt: Deze zaligspreking staat dicht bij de vorige: armen en hongerigen zijn meestal dezelfde (zie bijv. 1:53; Jes. 32:6-7). Hetzelfde geldt voor ‘wie nu huilt’. De profeten hadden aangekondigd dat de messiaanse tijd het volk troost zou brengen (Jes. 61:1-3; zie ook Jes. 40:1).
Bij vers 22
- omwille van de Mensenzoon: Deel uitmaken van het koninkrijk hangt af van onze houding ten opzichte van Jezus.
placeholder
- haten (…) naam door het slijk: Jezus beschrijft hier de ervaringen van een minderheidsgroep. De ‘naam’ is óf die van personen óf (volgens de meesten) die van de groep, vergelijk 1 Petrus 4:14:
Bij vers 23
- hemel: Waar een hemelse schat wordt opgebouwd, zie Lucas 12:20-21, 33-34; 18:22.
- voorouders de profeten: Zie Lucas 11:49; 13:34. Vergelijk ook 1 Koningen 19:10; 2 Kronieken 36:15-16; Nehemia 9:26. Deze toelichtende opmerking lijkt te willen zeggen dat het geweld van de kant van de mensen niet verrassend is in het licht van de geschiedenis.
Bij vers 24-26
- Voor een verdiepende duiding van de weespreuken, zie het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd. Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’
.
placeholder
- Wee: In de twee boeken van Lucas komen wee-uitspraken verder alleen nog in de mond van Jezus voor (Luc. 17:1; 21:23; 22:22). Bij de profeten functioneren dit type uitspraken als oordeelsaankondiging.
- rijk: Zie ook 1 Henoch 94:8 (‘Wee jullie, rijken, want jullie hebben op jullie rijkdom vertrouwd en van jullie rijkdom moeten jullie afscheid nemen. Want in de dagen van jullie rijkdom hebben jullie niet aan de Allerhoogste gedacht’). Rijkdom is een herhaaldelijk terugkerend motief in Lucas: 1:53; 12:16-21; 16:1-12, 19-35; 19:1-10. Lucas legt een verband tussen rijkdom en onrechtvaardigheid, omdat de ervaring leert dat de rijkdom van de machthebbers vaak het resultaat is van de uitbuiting van de zwakkeren in de samenleving (1:53) en hand in hand gaat met een gebrek aan vrijgevigheid (16:1-12). De gelijkenis van de slimme rentmeester (16:1-12) laat zien dat rijkdom in dienst kan staan van andere zaken dan onrechtvaardigheid (vs. 9), zoals het voorbeeld van Zacheüs goed illustreert (19:1-10). Een belangrijk criterium voor leerlingen van Jezus is de houding tegenover bezit (Luc. 14:33). Een kritische houding tegenover rijkdom klinkt ook in de Brief van Jakobus, zie bijvoorbeeld Jakobus 5:1-6.
Bron: Het Nieuwe Testament met Joodse Toelichtingen, aangepast
Bron: Studiebijbel in Perspectief
Bron: Studiebijbel in Perspectief, aangepast
Achtergrondinformatie
Toelichting bij kernwoorden en begrippen
Verdieping bij thema’s
- In dit verdiepend artikel
wordt de vlakterede vergeleken met de bergrede in Matteüs. - Dit achtergrond artikel
gaat in op de verbinding tussen Lucas en het jubeljaar van de hoop. - Leesplan 'Verdiep je in de bergrede'
- Machtsverhoudingen in de Bijbel en nu
- In het eerste artikel van deze uitgave van Met andere Woorden
wordt o.a. de frase 'Voor hen is Gods nieuwe wereld' uit de BGT toegelicht.
Ga op deze pagina direct naar:
het Evangelie van Lucas als geheel de plek van deze passage in dit geheel de eigen accenten van Lucas in vergelijking met Matteüs en Marcus aantekeningen bij de verzen achtergrondinformatie bij kernwoorden en begrippen