Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Context en aantekeningen bij Lucas 6:17-26

Hier vind je informatie over de context van Lucas 6:17-26 en aantekeningen bij de tekst.

Het Evangelie volgens Lucas als geheel

Meer over de opbouw, stijl, centrale thema's en andere achtergrond bij het Evangelie volgens Lucas vind je in deze Inleiding op het Evangelie volgens Lucas. Dit evangelie is opgebouwd in vier hoofdgedeeltes:

1:1-2:52

Jezus’ geboorte en kinderjaren

3:1-9:50

Jezus’ optreden in het Judese land

9:51-19:28 

Jezus’ reis naar Jeruzalem

19:29-24:53 

Jezus in Jeruzalem

hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

Lucas schreef volgens veel uitleggers tegen het einde van de eerste eeuw, in de periode dat de verwoesting van Jeruzalem nog nadreunde en tot grote spanningen leidde in en rond Joodse gemeenschappen. Hij wil met Lucas-Handelingen uitleggen dat Jezus Christus de vervulling is van Gods belofte aan Israël, maar ook hoe het komt dat de meeste Joden Hem niet hebben aanvaard en het evangelie juist veel niet-Joodse aanhangers in de hele wereld heeft gekregen. Lucas’ werkwijze is dat hij zijn verhaal vormgeeft rond hem bekende overleveringen, maar daar een eigen ordening aan geeft. Het doel is om de boodschap van het evangelie te versterken (zie Luc. 1:1-4).

Voor een beschouwing over het Evangelie volgens Lucas als geheel, zie dit artikel van Arco den Heijer, ‘Het Evangelie volgens Lucas in het Jubeljaar van de Hoop’.

Plek van deze passage in het geheel

In het Evangelie volgens Lucas is tot nu toe wel verteld wie Jezus is en wat zijn opdracht is, maar nog niet uitgebreid over wat Jezus onderwees. In de zogeheten ‘vlakterede’ ontvouwt Jezus zijn onderricht.

De dag van de vlakterede begint al eerder dan het begin van onze passage. In de nacht gaat Jezus de berg op om te bidden. Daarna vindt het uitkiezen van de twaalf apostelen plaats (Luc. 6:12-16). Dan daalt Jezus met hen van de berg af naar een plaats waar het vlak was.

Lucas 6:20-27 is het eerste deel van de vlakterede. Voor een overzicht van deze redevoering, zie het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd. Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’.

Eigen accenten Lucas, in vergelijking met Matteüs en Marcus

Lucas brengt in 6:17-26 verschillende overleveringen samen.

  • Lucas plaatst het bericht over Jezus’ grote bereik en de genezingen van Marcus 3:7-12 ná het uitkiezen van de twaalf apostelen. Andersom staat in Marcus de aanstelling van de twaalf (Marc. 3:13-19) na het genezingsbericht (Marc. 3:7-12). Op deze manier wordt het grote bereik van Jezus precies voor zijn eerste grote redevoering genoemd.

  • Matteüs vertelt dat Jezus’ eerste grote redevoering op een berg plaatsvond (vandaar de ‘bergrede’), en creëert zo een parallel tussen Jezus en Mozes. Bij Lucas is Jezus eerder alleen op de berg en daalt Hij juist af om de redevoering te houden. Wellicht heeft de keuze voor de vlakke plek te maken met de grote menigte die Lucas een plek moest geven.

  • Terwijl Matteüs acht plus één zaligsprekingen heeft, heeft Lucas er drie plus één met corresponderende wee-uitspraken. Ze staan bij Matteüs in de derde persoon (‘gelukkig wie’) en bij Lucas in de tweede persoon (‘gelukkig jullie’).

  • De zaligsprekingen bij Matteüs gaan over morele houdingen en gedrag (bijvoorbeeld ‘nederig van hart’, ‘vredestichters’) terwijl de zaligsprekingen die Lucas heeft, over de situatie van de leerlingen gaan.

Aantekeningen

Bij vers 17

Onderricht aan de leerlingen

17Toen Hij met hen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon.

Lucas 6:17NBV21Open in de Bijbel

  • op een plaats waar het vlak was: In tegenstelling tot de bergrede van Matteüs (Matteüs 5-7) situeert Lucas de programmatische redevoering van Jezus op een vlakke plaats (de ‘vlakterede’). De redevoering begint met vier paradoxale gelukwensen of ‘zaligsprekingen’ en vier even paradoxale wee-spreuken. Vervolgens zet Jezus de grondslag van zijn ethische leer uiteen. De evangelist heeft daarbij ook de latere opbouw van de christelijke kerkgemeenschap op het oog. Een uitgebreidere beschrijving van de vlakterede en de context ervan is te vinden in het achtergrondartikel ‘God wil deze wereld omgekeerd. Jezus’ eerste grote redevoering in Lucas 6’.

  • groot aantal van zijn leerlingen (…) een menigte mensen uit heel Judea: De lijst van steden en gebieden in vs. 17 laat de uitbreiding van Jezus’ bekendheid zien. Terwijl Jezus de dag alleen begonnen was en daarna de twaalf had uitgekozen, komen zij na het afdalen van de berg niet alleen een grote groep leerlingen tegen, maar ook een grote groep Joden uit alle regio’s in de omtrek. Dit is een climax: juist als bij wijze van spreken heel Israël naar Hem toekomt, houdt Jezus zijn programmatische redevoering. Misschien verklaart de enorme menigte ook de keuze voor de vlakke plaats: er moest wel ruimte voor iedereen zijn.

  • Tyrus en Sidon: Twee Fenicische havens aan de Middellandse Zee, ten noordwesten van Israël.

Bij vers 19

19De hele menigte probeerde Hem aan te raken omdat er kracht van Hem uitging en Hij iedereen genas.

Lucas 6:19NBV21Open in de Bijbel

  • hele menigte (…) allen: Na het vorige vers onderstreept dit de indruk van overvloed of van grootsheid.

  • omdat er kracht van Hem uitging en Hij iedereen genas: Ook mogelijk is de vertaling ‘want er ging een kracht van Hem uit die allen genas’ (NBV). Omdat het Griekse werkwoord in het Nieuwe Testament altijd een persoonlijk onderwerp heeft, is in de NBV21 gekozen voor ‘Hij’.

Bij vers 20

20Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: ‘Gelukkig jullie die arm zijn, want voor jullie is het koninkrijk van God.

Lucas 6:20NBV21Open in de Bijbel

  • Gelukkig: De Bijbel in Gewone Taal vertaalt: ‘Het echte geluk is voor …’. De zaligspreking is een veelgebruikte formule in het Oude Testament, met name in de Psalmen en de Spreuken (bijv. Ps. 1:1; 34:9; Spr. 3:13), die de toestand weergeeft van degene die God behaagt en die zijn zegen krijgt. Karakteristiek voor Jezus’ zaligsprekingen is het contrast tussen de huidige situatie en de beloning die wacht. Het echte geluk komt niet door de armoede op zichzelf, noch is het echte geluk de verdienste van de arme, maar God maakt dit geluk mogelijk door zijn trouw en bevrijdende handelen (zie Luc. 1:50-55, 72-75). Wie hun vertrouwen op Gods toekomst stellen, mogen gelukkig heten.

  • arm: Bedelarm, zonder enig bezit. Jezus richt zich tot de leerlingen, waarvan sommigen alles achter zich hadden gelaten omwille van Jezus (Luc. 5:11, 28). De Joodse traditie beschouwt armen, hongerigen etc. als mensen die hemelse en aardse zorg verdienen (bijv. Deut. 15:11; Jes. 49:10; Jer. 31:25; Ezech. 34:29).

  • voor jullie is het koninkrijk van God: Een reeds aanwezige werkelijkheid, waarvan de totale vervulling nog moet komen. Het koninkrijk van God verwerpt de onrechtvaardige hiërarchische en sociale maatstaven die de mens heeft ingesteld (Luc. 1:52-53). Jezus stelt de machtigen (Luc. 6:24) tegenover de zwakkeren (die over het algemeen arm zijn, in alle betekenissen van het woord).

Bij vers 21

21Gelukkig jullie die nu honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen.

Lucas 6:21NBV21Open in de Bijbel

  • honger (…) huilt: Deze zaligspreking staat dicht bij de vorige: armen en hongerigen zijn meestal dezelfde (zie bijv. 1:53; Jes. 32:6-7). Hetzelfde geldt voor ‘wie nu huilt’. De profeten hadden aangekondigd dat de messiaanse tijd het volk troost zou brengen (Jes. 61:1-3; zie ook Jes. 40:1).

Bij vers 22

22Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen.

Lucas 6:22NBV21Open in de Bijbel

  • omwille van de Mensenzoon: Deel uitmaken van het koninkrijk hangt af van onze houding ten opzichte van Jezus.

  • haten (…) naam door het slijk: Jezus beschrijft hier de ervaringen van een minderheidsgroep. De ‘naam’ is óf die van personen óf (volgens de meesten) die van de groep, vergelijk 1 Petrus 4:14:

14Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al zijn luister op u rust.

1 Petrus 4:14NBV21Open in de Bijbel

Bij vers 23

23Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.

Lucas 6:23NBV21Open in de Bijbel

  • hemel: Waar een hemelse schat wordt opgebouwd, zie Lucas 12:20-21, 33-34; 18:22.

  • voorouders de profeten: Zie Lucas 11:49; 13:34. Vergelijk ook 1 Koningen 19:10; 2 Kronieken 36:15-16; Nehemia 9:26. Deze toelichtende opmerking lijkt te willen zeggen dat het geweld van de kant van de mensen niet verrassend is in het licht van de geschiedenis.

Bij vers 24-26

24Maar wee jullie die rijk zijn, jullie hebben je deel al gehad. 25Wee jullie die nu verzadigd zijn, want je zult honger lijden. Wee jullie die nu lachen, want je zult treuren en huilen. 26Wee jullie wanneer alle mensen lovend over je spreken, want hun voorouders hebben de valse profeten op dezelfde wijze behandeld.

Lucas 6:24-26NBV21Open in de Bijbel

  • Wee: In de twee boeken van Lucas komen wee-uitspraken verder alleen nog in de mond van Jezus voor (Luc. 17:1; 21:23; 22:22). Bij de profeten functioneren dit type uitspraken als oordeelsaankondiging.

  • rijk: Zie ook 1 Henoch 94:8 (‘Wee jullie, rijken, want jullie hebben op jullie rijkdom vertrouwd en van jullie rijkdom moeten jullie afscheid nemen. Want in de dagen van jullie rijkdom hebben jullie niet aan de Allerhoogste gedacht’). Rijkdom is een herhaaldelijk terugkerend motief in Lucas: 1:53; 12:16-21; 16:1-12, 19-35; 19:1-10. Lucas legt een verband tussen rijkdom en onrechtvaardigheid, omdat de ervaring leert dat de rijkdom van de machthebbers vaak het resultaat is van de uitbuiting van de zwakkeren in de samenleving (1:53) en hand in hand gaat met een gebrek aan vrijgevigheid (16:1-12). De gelijkenis van de slimme rentmeester (16:1-12) laat zien dat rijkdom in dienst kan staan van andere zaken dan onrechtvaardigheid (vs. 9), zoals het voorbeeld van Zacheüs goed illustreert (19:1-10). Een belangrijk criterium voor leerlingen van Jezus is de houding tegenover bezit (Luc. 14:33). Een kritische houding tegenover rijkdom klinkt ook in de Brief van Jakobus, zie bijvoorbeeld Jakobus 5:1-6.

Achtergrondinformatie

Toelichting bij kernwoorden en begrippen

Verdieping bij thema’s

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.29.1
Volg ons