Vertalen is verraden?
Vertalen is verraden. Dat is een van de bekendste waarheden over vertalen. Het is onze versie van het Italiaanse gezegde traduttore traditore – vertaler verrader. Er zit iets in die uitspraak dat me niet bevalt: het is een open deur, een eersteklas cliché.
Het raakt niet aan wat vertalen in wezen is, maar blijft steken aan de oppervlakte. Natuurlijk is de perfecte vertaling een onmogelijkheid: talen sluiten niet naadloos op elkaar aan. Uitspraken die in de ene taal volkomen normaal zijn, kunnen in een andere taal iets onbegrijpelijks opleveren. Probeer maar eens om het zinnetje ‘Zet jij de aardappels even laag?’ in het Engels te vertalen.
En dat is nog niet alles. Niet alleen vertalen is zoeken naar de juiste woorden. Neem als voorbeeld het schrijven van een blog. Een week lang loop ik rond met een idee. Het wordt mooier en mooier in m’n hoofd. Een glashelder en overtuigend verhaal over vertalen, dat voor eens en altijd afrekent met die verderfelijke uitspraak ‘vertalen is verraden’. Maar zodra je gaat schrijven, wordt het weerbarstig.
De gedachten zijn vloeiend en elegant, maar de woorden bonkig en weerspannig. Zie het maar eens goed op papier te krijgen. Vertalen gaat gepaard met denkwerk, zoeken naar woorden, imperfectie én schitterende vondsten.
Het ‘verraad’ waarvan daarbij sprake zou zijn, is hetzelfde ‘verraad’ als in alle taaluitingen in woord en op schrift. Evenmin als de perfecte vertaling bestaat het perfect vertelde verhaal, de perfect uitgedrukte gedachte, de perfect geschreven blog. Zoeken naar woorden, imperfectie én voltreffers: het is wat al ons taalgebruik kenmerkt. In die zin is al ons taalgebruik verraad.
Bij een boek als de Bijbel is het onmogelijk om de volledige rijkdom van de tekst in één en dezelfde vertaling uit te stallen. Het idee dat je van zo’n rijke en gelaagde tekst ‘de’ vertaling zou kunnen maken, is een misvatting. Zoals synoniemen binnen één en dezelfde taal nooit exact dezelfde functie vervullen, zo drukt een vertaling nooit exact hetzelfde uit als het origineel.
Maar wat voor zin heeft het om dit verraad te noemen? Het is oneindig veel interessanter om het vertaalproces op een open manier te benaderen, en vragen te stellen als: Welke afwegingen zijn er gemaakt? Welke verschuivingen hebben er plaatsgevonden en wat leveren ze op? Zo kom je tot een afgewogen oordeel van de winst- en verliespunten van een vertaling. Zo krijg je oog voor wat een vertaling is: een nieuwe belichting van de originele tekst.
Vertalingen van de Bijbel zijn pogingen om de tekst tot leven te brengen voor een nieuw lezerspubliek. Dat doet elke vertaling op haar eigen manier, met haar eigen doel voor ogen. Hoe beter een vertaler zich bewust is van waar hij met zijn vertaling op uit is, hoe beter hij de balans van winst en verlies naar het positieve kan laten doorslaan.
Een voorbeeld is het raadsel dat Simson opgeeft aan de Filistijnse mannen in Rechters 14:14
Als je de woorden één voor één vertaalt, krijg je: ‘Uit de eter kwam het eten, uit de sterke kwam het zoete’. Maar dit mist de pit en levendigheid die in de brontekst aanwezig is. Om die te bewaren, kun je de dubbele tegenstelling die in het Hebreeuws zit krachtig onder woorden brengen:
‘Hij was de jager, maar nu is hij de prooi. Hij was gevaarlijk, maar nu is hij zoet.’ (BGT)
Een vertaling is geen kopie van een tekst, en kan dat ook niet zijn. Het is een belichting van de originele tekst die ook zélf iets te vertellen heeft. Vertalen is zoeken, afwegen, missen en raken. Dit samenvatten als ‘verraden’ doet geen recht aan het vak.
Matthijs de Jong
Bijbelwetenschapper dr. Matthijs de Jong werkt sinds 2006 bij het Nederlands Bijbelgenootschap als vertaler en Bijbelwetenschapper met focus op het Nieuwe Testament.