Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
4 september 2019

‘De Bijbel is een gevaarlijk boek’

Interview en tekst: Peter Siebe

Zijn naam wordt langzamerhand bekender in Nederland. Op zijn website vind je Japanse karakters, maar zijn achternaam zou ook Chinees of Engels kunnen zijn. Ook het etiket ‘Pinksterdominee’ is niet dé waarheid over hem. Hartje Bijlmer, midden in multicultureel Nederland, treffen we Samuel Lee. Wie is hij? Een kennismaking met een Pinksterman die klaar staat om te gaan bloggen voor deze site.

‘Wie ik ben? Dat vraag ik mezelf ook af’, grapt hij, nadat hij koffie met KitKat heeft laten binnenbrengen. ‘Ik ben vader van drie kinderen en echtgenoot. Daarmee is het belangrijkste wel gezegd. En o ja, ik ben ook een volgeling van Jezus. Ik probéér – dat zeg ik met nadruk zo – hem te volgen. Er zijn heel wat Chinese en Engelse Samuel Lee’s, maar dat ben ik niet. Toen ik mijn leven aan Jezus gaf, is mijn leven veranderd én heb ik mijn naam veranderd. Ik zocht naar een naam in de Bijbel en kwam Samuel tegen, dat sloot aan bij mijn achtergrond en ervaring.’

Geland in Nederland

Op z’n 14e kwam Samuel in Nederland, vertrokken uit een land in het Midden-Oosten. Hier woonden al een oom en tante van hem. ‘Ik ben nu zelf net zo direct en lomp als de Nederlanders, dat is best apart’, lacht hij. ‘Of, misschien is het dat ik eerlijk probeer te zijn. Ik woon hier nu zo ongeveer 40 jaar, maar pas de laatste tien jaar heb ik Nederland echt begrepen en ben ik van dit land meer gaan houden. De taal was daarvoor de sleutel. Ik ontdekte dat sommige liedjes van Herman van Veen en Stef Bos even mystiek waren als die uit het Midden-Oosten. Nu raakt de Nederlandse taal mij zo, dat ik ervan in tranen kan raken. Dus nu ben ik “geland” in de cultuur van Nederland, ten minste zo denk ik. Vóór die laatste tien jaar vond ik het irritant dat mij altijd werd gevraagd waar ik vandaan kwam. Nu vind ik dat geen belediging meer. Ik weet nu dat Nederlanders direct zijn en vragen stellen uit belangstelling, zonder de bedoeling de ander te kleineren. Ik heb weleens gehoord dat het twintig jaar duurt voordat alle cellen van een mens een keer vernieuwd zijn – ik ben hier nu 40 jaar, dus dat is al twee keer gebeurd. Ik voel me nu een Nederlander.’

Atheïstisch en links 

Lee groeide op in een seculier gezin in een islamitisch land. Hij verdiepte zich wel in religie maar nam daar bewust afstand van. Waarom? ‘Ik deed m’n best maar het was volgens mijn godsdienst leraar nooit goed genoeg.’ Toch ging hij, jaren later, op de knieën. Wat was er in de tussenliggende jaren gebeurd? ‘Ik was atheïst’, zegt Lee. ‘Kijk maar in dit boekje met gedichten uit 1990, die ik voor Unicef schreef. Ik was toen enorm anti-God. Er staat bijvoorbeeld een gedicht in waar in ik Jezus’ kruisiging als verbeelding beschrijf, puur als verzinsel dus. En ik had linkse ideeën; ik was zelfs lid van de vriendschapsvereniging van communistisch Rusland.’
Hoe dat veranderde? ‘Door mijn Koreaanse vrouw, die ik in die tijd tegen kwam. Zij was van jongsaf christen en stond altijd positief in het leven. Ik had juist een heel negatief en somber wereldbeeld. Ik vroeg haar hoe ze aan die positiviteit kwam. Ze pakte demonstratief de Groot Nieuws Bijbel uit haar tas. Hoe simpel en naïef het ook klinkt, zo ging het. Ik zei nog tegen haar: “Ik lees ook boeken, maar van mijn boeken word ik depressief”. Haar boek was anders, zei ze, en ze vertelde me over Jezus. Maar dat ging er bij mij niet in. Ik zat nog in mijn rebelse periode en genoot ervan om met allerlei argumenten christenen omver te blazen.’

Stem

Ondanks de kloof tussen hun tweeën op geloofsgebied, gingen ze toch met elkaar verder. ‘We trouwden in een kerkdienst die onder een garage werd gehouden – later werd ik daar dominee, haha!’ Het stel ging naar Spanje op huwelijksreis. Daar werd Lee op een bovennatuurlijke manier door God geroepen. ‘Anderen kunnen op andere manieren geroepen worden, maar bij mij ging het zo. Ik zat in mijn hotelkamer aan de Costa Brava en hoorde een stem, uit het niets. Die stem noemde mijn naam en zei dat hij voor de deur van mijn hart stond en met mij wilde eten en drinken. De stem was echt hoorbaar, het was geen droom of visioen. Misschien denk je: “Dat was natuurlijk inbeelding”. Iedereen mag ervan vinden wat hij wil. De stem kwam uit alle hoeken van de hotelkamer. Ik vroeg hem netjes wie hij was en hij zei: “’Ik ben Jezus”.  Hij zei dat ik terug moest gaan naar Amsterdam en aan de mensen moest vertellen dat hij leeft. Intussen lag mijn vrouw naast mij te slapen. Ik vertelde haar wat er gebeurd was, maar ze was niet verbaasd en zei dat ze het wel verwacht had. “Hoezo?” vroeg ik. Ze zei “Omdat wij allemaal voor jou aan het bidden zijn.” De volgende morgen liepen we het hotel uit en kwamen we een hond tegen. Daar had altijd een afkeer van, maar op die morgen was ik zo blij met de verandering die ik vanbinnen voelde, dat ik die hond spontaan omarmde. Ik wilde naar een kerk, dus zochten we er een op. Daar ging ik op de knieën. Ik zei: “God, hier ben ik.” Dit is het verhaal. Elk mens – dus ook ik – gaat door allerlei moeilijkheden en twijfels heen. Maar naar die ervaring ga ik altijd terug. Op die dag is Samuel Lee geboren.’
Terug in Amsterdam werd Lee een tijdlang een soort kermisattractie. Het verhaal over zijn bekering ging als een lopend vuurtje rond onder de gelovigen. Zijn huis werd bijna een bedevaartsoord. Belangstellenden – vooral Koreanen – kwamen met busjes tegelijk naar hem toe.  Na persoonlijke Bijbelse scholing door de Koreaanse de pastor werd hij zelfs gevraagd om voorganger te worden – in de kerk in die garage waar hij getrouwd was. Zo werd hij langzamerhand een succesvolle prediker. De Koreaanse megakerken uit de jaren 1990 werden zijn voorbeeld. Preken voor duizenden mensen vond hij fantastisch. ‘Ik was een dertiger en hield wel van wat glamour’, erkent Lee. ‘Ik werd uitgenodigd om te spreken in Amerika en kwam als enige Nederlander ooit op de voorkant van het invloedrijke charismatische blad Ministries Today. “Apostel van liefde in Europa”, was het bijschrift. Ja, ik wás zogenaamd iemand.’

Depressie

Op zeker moment raakte hij uitgeput. ‘Het ging met mij net als bij een kind. Je wilt graag iets hebben, maar áls je het dan hebt, valt het tegen. Ik moest iedere zondag performen en kreeg steeds vaker migraine, juist op zondag. Intussen moest ik wel bidden voor genezing van mensen. Daar kreeg ik theologisch steeds meer moeite mee. Ik zag dat de spiritualiteit in mijn kring te hoog opgeklopt was. Je moet niet elke ziekte of tegenslag wijten aan demonen! Er heerst de opvatting: “de dominee bidt voor me en dan komt het wel in orde”, maar zo werkt het niet. Je moet ook zélf moeite doen om je leven te verbeteren!’ 
Lee overdacht zijn leven en werk. De kerk groeide en dus moest er telkens een groter en duurder gebouw komen. ‘Daar zat ik dan als een eenzame koning, moe en somber,’ zegt Lee en valt even stil. ’Op een gegeven moment kwam toen ik op een bankje mediteerde de vraag op me af – het is de titel van een liedje van Herman van Veen – “Is dit alles?” Ben je blij Samuel? Is dit wat ik jou heb gevraagd?” Ik zag een foto van moeder Teresa en van Tony Campolo die voor mij een voorbeeld waren. En de stem in mij zei: “Je bent verdwaald. Je bent ver van Teresa en Tony af geraakt. Je bent niet de Samuel die jij wilt zijn. Je bent druk bezig met shows en je ben meer bezig met je uiterlijk en kleding, met je Mont Blanc pennen en dure schoenen.” Toen heb ik gebeden en vergeving gevraagd.’ Dit was voor mij een soort tweede bekering 

Uit de comfortzone 

De laatste stap naar de verandering in Lee’s leven kwam in Zuid-Korea. Lee was in dat land populair aan het begin van deze eeuw. Mensen wilden de man graag zien die hen de kracht van God liet ervaren met wonderen en gebeden. Lee: ‘Ik zat in m’n hotelkamer en bereidde me voor op de avond. Ik dacht aan een Bijbeltekst waar ik al vaak over gepreekt had: “Zo lief heeft God de wereld gehad dat hij zijn enige zoon gegeven heeft, opdat ieder die gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”, Johannes 3:16. Het was alsof ik een openbaring kreeg: God heeft de WERELD lief. Dit vertelde Jezus aan Nicodemus, die vroeg hoe hij tot Gods Koninkrijk kon behoren. En Jezus daagde hem uit om de wereld liefhebben, dus ook de Samaritaan, en de mensen die anders zijn!’

– Samuel Lee over Johannes 3:16

‘Dus als we bij Gods koninkrijk willen horen, moeten we uit ons eigen box komen, onze eigen theologische comfortzone zogezegd. We moeten de mensen – allemaal! – leren liefhebben, en dat kan alleen door de kracht van de Heilige Geest. Dan zijn wij opnieuw geboren. Ik wist dat de conferentiegangers zich die avond aan mij zouden laven en me leegzuigen. Ik besloot ze voor te houden wat ik daarnet ontdekt had. Maar die boodschap beviel niet zo goed. Ik ben er daarna nooit meer uitgenodigd en heb uiteindelijk al m’n afspraken voor conferenties afgezegd.’ 
Ook in zijn Amsterdamse gemeente ging Lee anders preken. Het ging minder over demonen en meer over de noodzaak zelf je leven aan te pakken. ‘Als je dat niet doet, helpt ook een “bevrijdingssessie” niet en zak je snel weer terug. Ik preekte over praktische zaken en over sociale gerechtigheid. Maar toen vond een deel m’n gemeente me niet “geestelijk” meer.’ Die mensen vertrokken.

Hypocrisie

Lee was dan wel bekeerd en had na zijn depressie een verandering doorgemaakt, maar was het daarmee klaar? Je kunt in Bijbelse termen wel ‘je oude mens overboord zetten’, maar in de praktijk blijkt die oude mens een zwemdiploma te hebben en duikt hij elke keer weer op. Hoe gaat dat bij Samuel Lee? ‘Ik raak soms snel geïrriteerd, al ben ik minder driftig dan vroeger. Ik heb een tijd lang geprobeerd een perfecte christen te zijn, maar dat lukt gewoon niet. We zijn mensen, we maken fouten, we zijn soms egoïstisch. Daar moeten we ons niet bij neerleggen. Iedere persoon heeft zo z’n eigen issues op dat vlak. Neem bijvoorbeeld seksualiteit. Ik kom uit een theocratisch land waarin zelfs het kijken naar een vrouw al zondig is. Stel je voor, je bent een jonge man en je mag niet kijken, zelfs een gedeelte van haar handhuid niet zien. Wat zo’n verbod met mensen doet, kun je wel raden … Maar, eerlijk gezegd gaat het soms bij fanatieke christenen dezelfde kant op. Je mag niet naar een vrouw kijken, want dan heb je al overspel met haar gepleegd, zeggen ze met een beroep op Matteüs 5:28. Wat doet dit met jonge mensen in zo’n kerk? Dat noem ik misbruik van die uitspraak van Jezus. Volgens mij bedoelde hij heel iets anders. De Farizeeën legden de mensen een juk op over seksualiteit, maar gluurden zelf graag naar vrouwen. Jezus’ uitspraak was erop gericht om die hypocrisie van hen aan de kaak te stellen.’ Verontwaardigd: ‘Dus is het onzin om die uitspraak te gebruiken tegen een veertienjarige jongen die naar een meisje of vrouw kijkt en andersom ook natuurlijk. Alsof je daarmee een zonde begaat! Seksualiteit is iets persoonlijks, het is privé. Dominees, priesters of imams die daartussen komen … sorry dat ik het zeg, maar laten die zich eerder afvragen: gluur ik zelf misschien, en leg ik ondertussen anderen een juk op? Natuurlijk zijn er wel grenzen. Als de beleving van jouw seksualiteit andermans leven beschadigt dan ben je gevaarlijk bezig. Waarom is er zoveel mishandeling en misbruik in christelijke kring? Omdat er niet openlijk over seksualiteit wordt gesproken. En omdat er een taboe van is gemaakt!’ 

Snacken in de Bijbel

We vragen Lee hoe het met de Bijbel gaat in de gemeenschap waar hij voorganger van is. Opnieuw neemt hij geen blad voor de mond: ‘Eerlijk gezegd: heel wat mensen in mijn gemeente lezen de Bijbel niet.  Ik roddel niet, ze krijgen het in de kerk ook van mijzelf te horen. Sommige Charismatische gelovigen verwachten veel van hun voorgangers. Als ik vier weken niet preek, begint mijn kerk gegarandeerd leeg te lopen. Vaak nemen kerkgangers niet de moeite om serieus de Bijbel te lezen. De dominee vertelt het toch wel, en we geloven het wel. Zo ervaar ik het, al geldt dat natuurlijk niet voor iedereen. Zo’n 10 procent van mijn gemeenteleden, schat ik, leest regelmatig in de Bijbel. Dat lage percentage betreur ik. We eten allemaal weleens hamburgers en frietjes van McDonalds en Burger King. Hetzelfde hebben we gedaan met Gods boodschap, de Bijbel. Het is een spiritueel fastfood geworden. Op internet en tv zijn allerlei preken en Bijbelinterpretaties te vinden. Dat dient het gemak, je hoeft het Boek zelf niet te pakken. Veel mensen snacken in de Bijbel en toetsen niet wat ze lezen of horen.’ 
Volgens Lee moet er iets grondig veranderen voordat de Bijbel weer de plek krijgt die hij verdient: ‘De Bijbel moet losraken van de dogma’s en de moraliserende wettische regeltjes die eromheen hangen. Dan pas wordt weer een boeiend boek. Ik lunchte een keer met een D66-stemmer die niets had met geloven. Hij wilde weten hoe ik over de Bijbel dacht. Toen ik hem uitlegde hoe ik de Bijbel lees, zei hij: “Jij bent de eerste die me dit zo zegt. Als het zo zit, wil ik er weleens in gaan lezen.” Als we de Bijbel anders gaan presenteren, kan hij de mensen weer verrassen. Daarover wil ik wel bloggen voor deze site.’ 

Gevaarlijk

Voor Lee is Christus het centrum. ‘De Bijbel is voor mij een belangrijk middel om dichter bij Jezus te komen. Maar de Bijbel kan je ook ver van Jezus af brengen als je het boek niet op de juiste manier gebruikt.’  En daarmee komt hij bij de kern: ‘De Bijbel is een heel gevaarlijk boek. In handen van dwazen is het een dodelijk boek, dat slecht is voor de samenleving. Met een beroep op de Bijbel kun je de meest gruwelijke dingen doen. Hypocrisie en fundamentalisme legitimeren bijvoorbeeld, of de slavernij goedpraten. Maar als de Bijbel gelezen en gebruikt wordt door wijze en liefhebbende mensen, kan dit Boek enorm positieve effecten hebben op de samenleving.’ Denk aan Martin Luther King, of Moeder Teresa. 
Kan de Bijbel een verbindende schakel zijn tussen ‘blanke kerken’ en migrantenkerken in ons land? ‘Zeker’, vindt Lee, want de beide groepen kerken hebben de Bijbel als gemeenschappelijk referentiepunt. ‘Daarom zou ik graag een project willen opzetten samen met het Nederlands Bijbelgenootschap. Laten we de Bijbelverhalen gebruiken om christelijke migranten bekend te maken met de Nederlandse taal en cultuur.
In kringen van migrantenkerken wordt soms sterk afwijzend gereageerd op bijvoorbeeld homoseksualiteit. Dat verraadt dat er ook een andere kijk op de Bijbel is dan in de grotere blanke kerken. Is dat een belemmering? Lee: ‘De migrantenkerken komen uit een conservatief-traditionele samenleving en hebben vaak een conservatieve inslag. Vroeger was dat in Nederland ook zo. De acceptatie van homoseksualiteit in Nederland is een proces van tientallen jaren geweest. Zo’n proces zie ik nog niet bij de migrantenkerken.’ 

Tongentaal

Nog één laatste vraag ligt te wachten op een antwoord, nu we spreken met een Pinkstervoorganger. Lee heeft ervaring met spreken in tongen. Voor christenen uit andere tradities is dat toch een wat vreemd verschijnsel. Wat is het precies? En is het iets wat je beoefent, of overkomt het je? Lee: ‘Na mijn ervaring in die Spaanse hotelkamer sprak ik meteen in een vreemde taal. Ik heb geen idee hoe dat kwam, het was iets mysterieus. Mijn vrouw wist dat het tongentaal was en heeft dat zelf ook. Bidden in zo’n onverstaanbare taal (‘klanktaal’ noemt de Nieuwe Bijbelvertaling het, PS) is een gave. Wanneer we met woorden niet verder kunnen, gaan we over in tongentaal. Het is net zoiets als muziek, zou je kunnen zeggen. Wij Pinkstermensen geloven dat de Heilige Geest dan door ons heen bidt. Ik doe het niet om te etaleren. Het gebeurt meestal als ik alleen ben, als ik wandel bijvoorbeeld. Want er gaat iets mis als mensen tongentaal gebruiken om andere gelovigen de maat te nemen. Of als je ondanks die gave nog net zo arrogant bent als altijd. Dan stelt het niks voor.’

Van Samuel Lee zullen binnenkort blogs op deze site verschijnen. 
Lee is oprichter van de Foundation Academy of Amsterdam. Hij is verbonden aan de Vrije Universiteit, en is directeur van het Center for Theology of Migration aan de Faculteit Religie en Theologie in opdracht van SKIN (Samen Kerk in Nederland).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons