Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
11 maart 2024Matthijs de Jong

Nederig heersen: een groene lezing van Psalm 8

Een problematische tekst?

Psalm 8, over de mens die door God wordt gekroond tot heerser over de schepping, is een bekende Bijbeltekst. Maar kun je er vandaag nog wel mee voor de dag komen? De mens die heerst als koning over de natuur: daar krijg je toch een beetje buikpijn van met alle milieu- en klimaatproblematiek?

De bekende schrijver Karen Armstrong windt er in haar boek De heilige natuur geen doekjes om. Psalm 8 is volgens haar een voorbeeld dat laat zien dat de Bijbel de natuur ziet als ondergeschikt aan de menselijke behoeften. Ze schrijft:

Wanneer de psalmist opkijkt naar de maan en de sterren die zijn God eigenhandig op hun plaats heeft gezet, staat hij niet stil bij hun buitengewone schoonheid en inherente heiligheid. Zijn gedachten gaan vrijwel onmiddellijk uit naar de mens, die door Jahweh is aangesteld als heerser over de natuur: ‘U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van uw handen en alles aan zijn voeten gelegd.’ Alles in het heelal, zo jubelt de psalmist, is dienstbaar aan de mensheid.

De heilige natuur, 47

Geen triomf, maar verwondering

Als je Psalm 8 leest als menselijke borstklopperij, dan zie je al snel een Bijbelse lijn lopen naar de uitbuiting van dier en natuur, het dubieuze visitekaartje van de welvarende mens. Toch zou ik Armstrongs lezing willen nuanceren. Ik denk dat Psalm 8 iets anders wil overbrengen dan trots op onze heerschappij over alles wat leeft. Het begint ermee dat Armstrong in haar parafrase een bepalend vers (vers 5) overslaat:

4Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,

de maan en de sterren door U daar bevestigd,

5wat is dan de sterveling dat U aan hem denkt,

het mensenkind dat U naar hem omziet?

6U hebt hem bijna een god gemaakt,

hem gekroond met glans en glorie,

7hem toevertrouwd het werk van uw handen

en alles aan zijn voeten gelegd:

Psalmen 8:4-7NBV21Open in de Bijbel

De psalmist spreekt niet vol triomf, maar vol verwondering. De ervaring van de grootsheid van Gods scheppingsdaden (vers 4) doet de psalmist de kleinheid van de mens inzien (vers 5). Het heersen valt de mens niet van nature toe. De mens stelt maar bijzonder weinig voor. Het is God die de mens – wonderlijk genoeg – verheven heeft tot een rol die eigenlijk te hoog gegrepen is.

De mens: klein van zichzelf, groot dankzij God

De psalm vertelt een dubbelverhaal over de kleinheid en grootheid van de mens. Klein van zichzelf, groot gemaakt door God. De nadruk ligt niet op de verheven positie van de mens, maar op de wonderlijke gang van God. Dat blijkt ook uit de verzen ervoor:

Voor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Een psalm van David.

2HEER, onze Heer,

hoe machtig is uw naam

op heel de aarde.

Uw luister aan de hemel wordt bejubeld

3door de mond van kinderen en zuigelingen.

Tegen uw vijanden hebt U een macht gebouwd

om hun wraak en verzet te breken.

Psalmen 8:2-3NBV21Open in de Bijbel

Ook hier staan klein en groot tegenover elkaar. Kinderen en zuigelingen zijn kwetsbaar en machteloos, maar juist zij bezingen Gods luister, op hen laat God zich voorstaan. Daartegenover staan Gods vijanden, sterk en gewelddadig. Tegen hen heeft God een ‘macht’, een vesting, gebouwd, om ze tegen te houden. Dat verwijst naar Gods bescherming van het leven. De aarde is hier duidelijk geen neutraal terrein maar Gods domein. God staat garant voor orde door de macht van de vijanden te keren, en het zijn de weerlozen die zijn lof bezingen. Dit zegt veel over Gods inrichting van de wereld en daarmee ook over de manier van menselijk heersen die God voor ogen heeft. Dat is geen heersen met machtsvertoon. Koningen en machthebbers zijn er al genoeg op aarde. Psalm 8 wijst in een andere richting.

Heersen zonder machtsvertoon

In de wereld van de Bijbel was de koning de bepalende figuur, de heerser bij uitstek. Hier in Psalm 8 is het de mens die door God op de troon wordt gezet. De heersersrol wordt gedemocratiseerd, net als in Genesis 1:26-28. Maar dat betekent niet dat ieder mens zich nu als een koninkje moet gaan gedragen. Psalm 8 laat zien dat in Gods wereld andere waarden gelden. Geen heersen met machtsvertroon, maar met stil ontzag en nederigheid. Precies zoals de zuigelingen en kleine kinderen vooropgaan in het bezingen van Gods lof.

Het klinkt haast als een paradox: de mens, gekroond met glans en glorie, heerst over al wat leeft, maar niet met machtsvertoon of eigen agenda, maar naar het voorbeeld van de kleine kinderen die Gods lof bezingen. Bijbels heersen doe je als gemeenschap.

Karen Armstrong heeft gelijk dat de Bijbel, ook Psalm 8, in de westerse geschiedenis vaak is aangehaald om de natuur voor de mens op te eisen. Maar ik denk dat we in de Bijbel en ook in Psalm 8 juist een manier van leven kunnen ontdekken die een alternatief biedt voor wat, toen en nu, op aarde de toon zet. Wie de Bijbel leest vanuit nederigheid en verwondering, ontdekt een schat aan wijsheid die ons ook vandaag kan helpen als we nadenken over onze omgang met de aarde.

Deze blog is een bewerking van een gedeelte uit het nieuwe boek van Matthijs de Jong en Cor Hoogerwerf, Hemels groen: Nieuw licht op duurzaamheid als Bijbels thema (NBG: Haarlem 2024).

Op 8 maart 2024 is het boek gepresenteerd op het symposium Duurzaam durven denken vanuit de Bijbel.

Boek hemels groen

Boek: Hemels Groen

Nieuw licht op duurzaamheid als Bijbels thema. Aan welke kant staat de Bijbel in het debat over duurzaamheid en ecologisch bewustzijn? Dit boek laat zien dat de Bijbel op dit actuele onderwerp veel te bieden heeft, vooral wat betreft onze levenshouding en de plek die de mens inneemt in de schepping.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.12
Volg ons